1.2.1 Algemeen / Beleid

1.2.1 Algemeen / Beleid

Voor het selecteren van de juiste standaardconstructie uit dit handboek dienen de volgende gegevens:

  • Situatie
  • Ondergrond
  • Verkeersbelasting

Situatie

Om de omstandigheden voor de te adviseren constructie te bepalen, kan gebruik worden gemaakt van situatietekeningen met schaal 1:1000 van de toekomstige situatie met dwarsprofielen. Daarnaast moet altijd de situatie ter plaatse worden beoordeeld om bijzondere omstandigheden (zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van een betoncentrale of haven) te herkennen en zo te achterhalen of er daardoor rekening gehouden dient te worden met bijvoorbeeld extra zwaar verkeer etcetera.

Ondergrond (draagkracht)

Een belangrijke parameter voor de bepaling van de juiste verhardingsconstructie is de draagkracht van de ondergrond. Van de ondergrond kan de draagkracht worden bepaald uit (in het verleden uitgevoerde) sonderingen of deflectiemetingen.

Indien geen draagkracht van de ondergrond bekend is, kan deze op basis van de grondsoort worden ingeschat. Binnen de gemeente Oss bestaat de ondergrond uit zand of klei. In dit handboek zijn dan ook uitsluitend constructies voor deze ondergronden opgenomen.

Verkeersbelasting

De verkeersbelasting kan worden ingeschat op basis van de wegtype-indeling zoals die binnen de gemeente Oss wordt gehanteerd.

Hierbij worden vijf wegtypen onderscheiden:

  • Gebiedsontsluitingsweg type I= GOW Bubeko type I 80 km , GOW Bibeko type I 70 km, exclusief bedrijventerreinen
  • Gebiedsontsluitingsweg type II= GOW Bubeko type II 80 km , ETW Bubeko 60 km, GOW Bibeko type II 50 km, exclusief bedrijventerreinen
  • Erftoegangsweg type I= ETW Bibeko 30 km met hoge intensiteit, exclusief bedrijventerreinen
  • Erftoegangsweg type II= ETW Bibeko 30 km met lage intensiteit
  • Voet- en fietspad

Stroomwegen komen in de gemeente Oss alleen buiten de bebouwde kom voor en zijn in principe in beheer bij het Rijk of de Provincie. In dit handboek blijven de stroomwegen daarom verder buiten beschouwing.

Algemeen

  • Alle genoemde maatvoeringen zijn exclusief opsluit-, trottoirbanden etc., maar inclusief goten,
  • Voor bochten, onderdoorgangen, versmallingen etc. moet het ontwerpvoertuig vrachtauto worden;
  • Bermen moeten een minimale breedte van 2,5 meter bezitten;
  • De hoogte van de wegen moet ten minste 1,00 m¹ boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand
  • Bij bestaande bebouwing: er dient rekening gehouden te worden met de dorpelhoogte van de woningen en de hoogteligging
  • Bij nieuwbouw: dorpelhoogte dient afgestemd te zijn op de rijbaan (zie 2.10 vaststellen bouwpeil)

Kabels- en leidingen

  • Ten behoeve van kabels en leidingen moet de minimale ruimte voor kabelstroken 1,50 m¹ bedragen. Deze ruimte moet voldoen aan de eisen die door de gemeente Oss aan de nutsbedrijven wordt gesteld: AVKL.
  • Zie ook normaalprofiel voor kabels en leidingen.

Bijzondere situaties

  • Onkruidbestrijding met behulp van chemische bestrijdingsmiddelen moet worden vermeden. Indien mogelijk toepassen van verhardingen die verminderd onkruidgevoelig zijn. Bijvoorbeeld terugdringen van onnodige verhardingen, zoals (te) brede trottoirs. Voor de ontwerpfase wordt verwezen naar publicatie 119 van het C.R.O.W. “Ontwerpvoorbeelden onkruidwerende verhardingen – Ideeënboek”;
  • In het kader van onkruidvrij ontwerpen doorsteekjes en middengeleiders uitvoeren in printbeton of voorzien van onkruidwerend voegvulmassa.
  • Het ontwerp van verlaagde inritten t.b.v. mindervalide en gehandicapten dient te gebeuren conform principe detail invalide oprit (zie hoofdstuk Inritten). Het ontwerp moet voorgelegd worden aan een gehandicaptenorganisatie (centrum voor gehandicaptenbeleid in de provincie Noord-Brabant);
  • Het ontwerp van drempels moet conform publicatie 172 van het C.R.O.W. “Richtlijn verkeersdrempels” zijn. De hoogte van de toe te passen drempel zal tijdens de ontwerpfase nader worden aangegeven;
  • Voor het ontwerp van verkeersplateaus C.R.O.W. publicatie 244 “Richtlijn verkeersplateaus” raadplegen.
  • De aansluiting van fietspaden op de rijbaan moet vlak zijn.