1.2.3 Elementverharding

Standaard constructies wegtypen

Afwijkende soort, afmeting of verband elementen

De opgenomen constructies voor elementen verhardingen zijn gebaseerd op betonstraatstenen met de afmetingen 210x105x80 mm, gestraat in keper- of elleboogverband en op gebakken klinkers keiformaat.

In vele gevallen zal, veelal om esthetische redenen, gekozen worden voor een ander soort of afmeting elementen of voor een ander verband. In onderstaande matrix is indicatief aangegeven wat de consequenties van de afwijkingen zijn.

Wegtype kleiner formaat zwakker verband hol profiel (goot in het midden) tegels (rijbaan)
3 niet toepassen niet toepassen niet toepassen niet toepassen
4 geen wijziging niet toepassen niet toepassen dikte 80 mm
5 geen wijziging + 200 mm menggranulaat + 200 mm menggranulaat dikte 60 mm

Het toepassen van een profiel met een goot in het midden van de rijbaan verdient hierbij speciale aandacht: De rijbaan ligt namelijk in dat geval hol, waardoor er geen mogelijkheid is voor krachtoverdracht naar de kantopsluitingen. Een geringe mate van nazakken van de aangebrachte bestrating zal leiden tot een toename van de voegwijdte en daarmee tot een verslechtering van de krachtoverdracht tussen de elementen onderling. Om deze reden is voor dit profiel altijd een (lichte) fundering noodzakelijk.

Materialen

  • Alle toe te passen materialen moeten voldoen aan de kwaliteitseisen zoals deze bekend zijn bij de SBK (Stichting Bouwkwaliteit). Dit betekent dat alle toe te passen materialen moeten zijn voorzien van een KOMO-keur;
  • Gladde materialen mogen vanwege de veiligheid niet worden toegepast;
  • Kleurstelling van de materialen ten behoeve van elementenverhardingen is vrij. I.v.m. besmetting en vervuiling bij voorkeur geen lichte materialen toepassen. In verband met voorraden op de werf moet worden gestreefd naar een beperkt aantal kleuren en formaten.
  • De volgende materialen dienen te worden gebruikt als voegvulling bij bestratingsmaterialen:
    • Betonstraatstenen: invegen met straatzand en veegsplit;
    • Gebakken stenen: invegen met 50% brekerzand en 50% veegsplit;
    • Natuurstenen: invegen met 50% straatzand en 50% veegsplit;
  • Alle te plaatsen betonbanden en goten bij stroomwegen en ontsluitingswegen buiten en binnen de bebouwde kom, moeten gesteld worden in betonspecie B25. Voor alle verhardingen (dus ook voet- en fietspaden) geldt dat indien er áchter de kantopsluiting groenvoorzieningen gerealiseerd worden, moet de band voorzien worden van een steunrug van beton;
  • Overtollig materiaal dient verwijderd te worden in verband met het plaatsen van bebording en het planten van groenmateriaal;
  • Het is vereist gebruik te maken van standaard hulpstukken in tegels en opsluit- c.q. trottoirbanden, met uitzondering van sparingtegels;
  • Voor overige randvoorwaarden wordt verwezen naar bijlage 2 t/m 4.
Materiaal Minimale afmeting
Rijbanen met verhoogde band 180/200 x 250 mm
Rijbanen met verlaagde band 150 x 250 mm
Parkeren verhoogde band 180/200 x 250 mm
Parkeren verlaagde band 150 x 250 mm
Parkeren geleideband 50/200 x 250 mm
Fietspaden 120 x 250 mm, opsluitband
Voetpaden inritten 80 x 200 mm, opsluitband
in trottoirs inritten 100/200 x 650 x 500 mm
Vrijliggend 150 x 250 mm
Boomwortelkransen 150 x 250 mm

Trottoirs en inritten

  • Trottoirs en fietspaden van elementenverharding: betontegels 300 x 300mm, trottoirs dik 45mm, fietspaden dik 60mm;
  • Particuliere inritten ter plaatse van trottoirs: betontegels 300 x 300 mm, dik 60 mm;
  • Overige particulier in- en uitritten: betonstraatstenen keiformaat, dik 80mm;
  • Verkeerskundige inritten: betontegels 300 x 300mm, dik 80mm;
  • Inritconstructies in principe uitvoeren met inritblokken (65 cm 1 diep) zonder toepassing van verlaagde band;
  • Inritten met zwaar of veel wringend verkeer funderen op 0,50 m1 zand voor zandbed. Geen menggranulaat toepassen als funderingsmateriaal bij inritten.

Parkeren

Parkeervakken uitvoeren in elementenverharding met een opbouw conform wegtype 5.

Afwatering

  • Hoofdrijbaan elementenverharding met verhoogde band: 2-strekken van hetzelfde materiaal als hoofdrijbaan, maar keiformaat dik 80 mm
  • Hoofdrijbaan elementenverharding met verlaagde band: 5-streks molgoot met hetzelfde materiaal als de hoofdrijbaan maar met keiformaat dik 80 mm
  • Parkeervoorzieningen: bij parkeervoorzieningen moet een 3-strekslaag betonstraatstenen als afwatering worden toegepast, zodanig dat er een 5-streks molgoot ontstaat in combinatie met afwateringsconstructie van de hoofdrijbaan.

Kantopsluitingen

Een elementenverharding ontleent zijn sterkte voor een groot deel aan de lastoverdracht van de voegen. Om een optimale lastoverdracht te verkrijgen, is het noodzakelijk dat de voegwijdte niet kan toenemen. Dit betekent dat een goede kantopsluiting is vereist. Onder een goede kantopsluiting wordt in dit verband verstaan een kantopsluiting met een voldoende gewicht en een voldoende stabiliteit. In eerder genoemde tabel zijn de standaard toe te passen afmetingen van opsluit- en trottoirbanden weergegeven.

De toe te passen band bij scheiding tussen fiets- en voetpaden kan de afmeting 30/80 x 200 mm bezitten. Bochtbanden toepassen in plaats van hoekstukken, ook indien in bestaande situaties (bij uitbreidingen) eerder hoekstukken toegepast zijn.

Bij grotere projecten waar relatief veel van dezelfde soort kantopsluiting wordt toegepast kan het rendabel zijn om dit met een zogenaamde slipformpaver te doen. Zodoende wordt een lijnvormige betonconstructie verkregen die een betere werking heeft (kantopsluiting bestaat uit één geheel en wordt in het werk gestort) en worden de prefab kantopsluitingen vermeden.

Afwerking fundering en dikte straatlaag

Bij het aanbrengen van een gefundeerde elementenverharding dient het gewenste dwarsprofiel in de fundering te worden aangebracht, zodat de straatlaag in een gelijkmatige dikte kan worden aangebracht. Een ongelijkmatige dikte van de straatlaag zal onvermijdelijk leiden tot spoorvorming en oneffenheden.

De dikte van de straatlaag dient gekozen te worden tussen 30 en 50 mm, om enerzijds de stenen voldoende te laten zetten en anderzijds vervormingen te voorkomen.
In de tabellen in de bijlage `standaard constructie wegtypen` is daarom een laagdikte van 40 mm opgenomen.