2.13.3 Vacuümriolering

  • Voor de vacuümriolering is er het Engelstalige (ontwerp) normblad NEN-EN 16932-3:2015 `Drain and serwer systems outside buildings - Pumping systems Part 3: Vacuum`;
  • Vacuümleiding ligt met een `zaagtand`profiel; de zaagtand bedraagt 0,8x de diameter tot 0,30m; het neergaande deel heeft een verhang van 2 promille; een zaagtand zit om de 50m;
  • Maximale afstand tussen verste bufferput en vacuümopslagtank bedraagt ca. 4km;
  • Ter plaatse van zijstrengen een afsluiter plaatsen;
  • Minimale snelheid in de leidingen bedraagt ca. 1m/s;
  • Leidingdiameter meestal tussen 90-160mm; koppelingen dienen luchtdicht te zijn;
  • De negatieve druk (vacuüm) is normaalgesproken tussen 0,5 en 0,7 bar;
  • Voor eventueel beheer en onderhoud wordt ook rekening gehouden met een aantal eindstukken voor inspectie of bijvoorbeeld doorspuiten. Ook heeft elke woning een afsluiter.