2.2.3 Perceelsaansluitingen

    • Zie ook paragraaf 2.2.2
  • Controleren of de huisaansluitingen afkomstig van een lager dan straatoppervlak gelegen lozingspunt voorzien zijn van een goed werkende terugslagvoorziening of pompvoorziening, conform Het Bouwbesluit;
  • Perceelsaansluitingen hebben een standaard diameter van 125 mm. en klasse SN8;
  • De BOB (binnen onderkant buis) van de aansluiting op de perceelsgrens is 0,75 m. beneden toekomstige perceelsgrenshoogte;
  • Bodemverhang van perceelsaansluiting minimaal 1:300;
  • Binnen 5 meter vanuit hart inspectieput geen inlaten op een leiding toepassen, rechtstreeks op de put aansluiten;
  • De perceelsaansluiting via de standleiding aansluiten op het hoofdriool. Grondgebonden woningen dienen individueel te worden aangesloten op het hoofdriool;
  • Binnen 0,5 m vanaf de perceelsgrens (particulierterrein) een ontstoppingsstuk plaatsen;
  • Aansluiten op betonnen hoofdriool dmv ingestorte mof (nieuw) of renovatieblok (bestaand);
  • Aansluitingen van percelen met een diameter groter dan 160 mm moeten direct in een inspectieput worden aangesloten (door middel van een ingestorte mof);
  • Riolen op bedrijventerreinen voorzien van uitleggers om de 20 m¹ voor zowel het HWA-stelsel als het DWA-stelsel. Met een minimale diameter van 160 mm;
  • Perceelsaansluitingen (DWA en HWA) op bedrijventerreinen moeten worden voorzien van een toegankelijke erfscheidingsput (bijv PP315 Wavin), gesitueerd op of nabij de erfgrens. De HWA put, bij toepassing van een infiltratievoorziening, dient van een bovengrondse uitstroom opening te zijn voorzien;
  • Per aansluitleiding moet een inmeting plaatsvinden vanaf het ontstoppingsstuk of erfscheidingsput t/m het aansluitpunt op het hoofdriool. Het geheel dient te worden vastgelegd op een revisietekening;
  • Minimale onderlinge afstand van inlaten op hoofdriool: minimaal 1 m. (extra inlaten altijd boren);

Klik hier om naar de enquête te gaan.