2.8 Drainage

  • In het algemeen voldoet PP-450 als omhullingsmateriaal goed in alle gronden waar geen ijzerafzettingen te verwachten zijn. Is dit wel het geval dan kan beter worden gekozen voor PP-700. Kokos wordt ontraden voor gebruik in bodems waar de pH boven 6 ligt (klei);
  • In veen- en zandgrond wordt bij voorkeur gekozen voor een kokos omhulling;
  • Zie Kennisbank Stedelijk Water voor “Beheer van drainagevoorzieningen (2010)”;
  • Beheer en onderhoud ligt bij afdeling Rioolbeheer;
  • Doorspuiten: druk bij de spuitkop tussen de 10-15 bar; doorspuitmachine met afstandmeter; frequentie zie onderstaande tabel:
  • Risico voor ijzerafzetting vooral bij drainageleidingen die wisselend boven en onder de grondwaterstand liggen (droogliggen = lucht = zuurstof);
  • Bij voorkeur ligt het drainagesysteem beneden de laagste grondwaterstand;
  • Putten zijn te reinigen met puttenzuigers. Drainageleiding niet leegzuigen (ivm een mogelijk versnelde instroom van bodemdeeltjes). Door het toepassen van opzetstukken voorkomen dat de drainageleiding wordt leeggezogen;
  • Putrand voorzien van opschrift DRAIN;
  • De gemeente Oss maakt op enkele locaties gebruik van verticale infiltratie (DSI-systematiek). Beheer en onderhoud iom afdeling Rioolbeheer;
  • Inspectieputten voorzien van zandvang (min 0,30 m);
  • Minimaal elke 80 m. en op alle kruispunten voorzien in doorspuitput.

Aanlegniveau Grondwater Grondslag Onderhoudsfrequentie
Drainage boven de Grondwaterstand IJzerrijk Zand Jaarlijks
Klei/veen Jaarlijks
Matig ijzerrijk Zand Eens in de 3 jaar
Klei/veen Eens in de 2 jaar
Niet/nawelijks ijzerrijk Zand Eens in de 5 jaar
Klei/veen Eens in de 3 jaar
Drainage onder de Grondwaterstand IJzerrijk Zand/klei/veen Eens in de >7 jaar
Matig ijzerrijk Zand/klei/veen Incidenteel
Niet/nawelijks ijzerrijk Zand/klei/veen Incidenteel