4.2.3 Afscheiding

Voor het kiezen van een soort afscheiding en de hoogte van de afscheiding is het van belang het doel hiervan te bepalen. Een afscheiding die aangeeft waar de looproutes liggen in een speeltuin is natuurlijk heel anders dan een afscheiding die kinderen echt “tegen” moet houden.

Er wordt onderscheid gemaakt in drie soorten afscheidingen:

  • natuurlijke afscheidingen (levend materiaal)
  • combinatie afscheidingen van hekken met natuurlijke afscheiding
  • hekken en muren (niet natuurlijk)

Er zijn geen wettelijke eisen maar wel adviezen voor afscheidingen bij speelplaatsen. Wel stelt het bestemmingsplan beperkingen aan de hoogte van afrasteringen (hekwerk) en muren.
Omdat kinderen nog wel eens zonder te kijken de straat op rennen is het belangrijk dat de afscheiding niet te dicht op de straat of weg staat. Als de afscheiding een aantal meters van de straat of weg af staat geplaatst, wordt voorkomen dat een kind onoplettend tussen het verkeer terechtkomt. Voor een kind moet het daarnaast ook duidelijk zijn dat hij het speelterrein verlaat. Zeker als het aan een drukke weg of aan het water ligt, moet hij zich hier van bewust zijn. Er bestaan geen richtlijnen over de afstand tussen de afscheiding en de straat. Dit zullen we zelf in moeten schatten aan de hand van de situatie rond het terrein.

Natuurlijke afscheiding

Denk bij natuurlijke afscheiding aan greppels, waterpartijen of hagen.

Lage hekwerken

  • Lage hekken tot 60 cm houden kinderen niet tegen maar kunnen wel gebruikt worden rondom speeltoestellen om te voorkomen dat kinderen niet zomaar bij een schommel o.i.d. komen.

Middelhoge hekwerken

  • Middelhoge hekken kunnen kinderen tot 3-4 jaar tegenhouden. Voor het plaatsen van hekken is het belangrijk te weten of er wel of geen hoogteverschil is van meer dan 60 cm, om gevaar voor oudere kinderen te voorkomen.

Advies voor middelhoge hekken:

  • Hoogte: minimaal 1 meter, liever 1,20 meter
  • Spijlen: maximaal 10 cm uit elkaar. Als er een hoogteverschil van meer dan 60 cm is, een maximale spijlafstand van 9 cm. Bij dit hoogteverschil kunnen kinderen niet meer met de voeten bij de grond als ze achterwaarts door het hek gekropen zijn. De borstdiepte van kinderen die net kunnen kruipen (6-9 maanden) is net wat groter dan die 9 cm. Kinderen kunnen dan niet achterwaarts door het hek heen kruipen en blijven hangen aan het hoofd omdat de borst niet door het hek past.
  • Maaswijdte: maximaal 4x4 cm.
  • Geen opstapmogelijkheden tussen 20 en 70 cm.
  • Afstand tussen onderkant van het hek en het stavlak 5 cm.
  • Hek met keurmerk. Het Keurmerkinstituut heeft een eisenpakket (EP144) opgesteld voor hekken (omheiningen) rond de kinderopvang en speelvoorzieningen. Consument en Veiligheid heeft ook naar dit eisenpakket gekeken. Een hek dat voorzien is van Goedgekeurd Keurmerkinstituut heeft een hoogte van minimaal 120 cm en een spijlafstand van maximaal 8,9 cm. De bediening van het hek is gebaseerd op de werking van traphekjes, deze zijn geschikt om kinderen tot 2 jaar tegen te houden. Het eerste hek met keurmerk is sinds september 2002 op de markt.

Hoge hekwerken

  • Als een hek het doel heeft bezoekers buiten te houden, moet het minimaal 1.80 meter hoog zijn. Wanneer er geen opstapmogelijkheid is, wordt het overklimmen vrijwel onmogelijk. Uit onderzoek blijkt dat een hek met verticale spijlen het moeilijkst overklimbaar is