4.3.3 Randvoorwaarden beheer en onderhoud van B-watergangen en sloten

Langs B-watergangen zijn de beschermingszones één meter breed. De aangrenzende perceeleigenaren zijn verantwoordelijk voor het onderhoud, bijvoorbeeld het verwijderen van waterplanten uit de sloot of verstoppingen in duikers. Het waterschap controleert elk najaar of de sloten goed zijn onderhouden. Binnen stedelijk gebied is deze situatie niet altijd wenselijk. Wanneer de wateren grenzen aan particuliere tuinen, leidt dit tot sterke versnippering van het onderhoud. Veel bewoners missen bovendien de kennis en het materiaal om het onderhoud goed te kunnen uitvoeren. Onderhoud van B-watergangen in het buitengebied gebeurt door waterschap Aa en Maas. In stedelijk gebied voert de gemeente het onderhoud uit.

Goed onderhoud betekent dat...

  • De begroeiing op taluds, bodem en dammen is gemaaid;
  • Maaisel, planten, kroos, bladeren, takken en gezonken voorwerpen uit de watergang zijn verwijderd;
  • Er geen afschuivingen van taluds en grondophopingen zijn;
  • Duikers en dammen een goede doorstroming hebben en verzakte of ingevallen duikers zijn hersteld;
  • Er geen bestrijdingsmiddelen worden gebruikt om de begroeiing op de taluds tegen te gaan.