8.1 Klimaatadaptatie en groen

Coalitieakkoord Oss: 'Onze gemeente klimaatadaptief maken doen we zelf en samen met partners zoals provincie, waterschap en woningcorporaties, maar ook met onze inwoners en ondernemers. We nemen samen maatregelen tegen hitte, droogte en wateroverlast. Bijvoorbeeld door vergroening en stimuleren van de biodiversiteit waar het kan, of door water langer vast te houden en gemakkelijker te laten infiltreren in de bodem.’

Via stresstesten en klimaatatlas van Oss hebben we meer zicht op kwetsbaarheden door klimaatverandering. Ook is dit jaar de Koersnota klimaatadaptatie vastgesteld. Daarin staan de doelen en de opgaven voor 2050 verwoord rondom de thema’s waterveiligheid, wateroverlast, waterzekerheid, verkoeling en robuuste ecosystemen. De volgende doelen en aandachtspunten staan daarin genoemd:

  • Bij een extreme bui (T100):
    • Geen waterschade aan gebouwen bij 0,20m waterdiepte op straat
    • Hoofdwegen en -routes blijven begaanbaar
    • Overige wegen binnen een uur toegankelijk
    • Vitale en kwetsbare functies hebben geen schade of uitval
  • Bij nieuwe ontwikkelingen de waterproblematiek niet afwentelen naar ander gebied
  • Acceptatie van vaker en langer water op straat
  • Voorkeursvolgorde voor omgaan met water:
    • Benutten en sparen
    • Vasthouden en infiltreren (voorkeur voor bovengronds)
    • Bergen
    • Afvoeren
  • Realiseren van koeltestructuren bij belangrijke loop- en fietsroutes
  • Realiseren van een koelteplek binnen 300 m van ieder huis. Definitie van een koele plek: minimaal 200 m2, bij een hete zomerdag is de gevoelstemperatuur minder dan 35 graden, minimale afstand van een weg en geen langgerekt lint
  • Minimaliseren van verharding
  • Materiaalkeuze van belang- hoe lichter hoe beter
  • Robuust en adaptief ecosysteem door:
    • Groenblauwe structuren te verbinden met elkaar
    • Soortenrijkdom versterken
  • Bij een overstroming zorgen voor voldoende schuilplekken voor mens en dier

Op de website van Amsterdam Rainproof staan verschillende maatregelen aangegeven op straat- en wijkniveau. Onze specialisten van riolering kunnen dit vertalen naar projectniveau, vraag hen naar passende klimaatadaptatiemaatregelen. Ook in de RIBOR zijn verdere handvatten opgenomen: bijvoorbeeldwadi’s, waterbergende wegfundatie, hemelwaterinfiltratie. Revisie is ook vanuit duurzaamheidsoogpunt van belang: als je weet wat er ligt voorkomt dat onnodige inspecties.

Het Rijk heeft in maart 2023 de landelijke maatlat voor een groene en klimaatadaptieve gebouwde omgeving gepubliceerd: https://klimaatadaptatienederland.nl/hulpmiddelen/overzicht/maatlat-groene-klimaatadaptieve-gebouwde-omgeving/

Deze landelijke maatlat is de basis voor het groen en klimaatadaptief bouwen en toekomstbestendig ontwikkelen. Hierbij is vooral nog ruimte voor maatwerk op lokaal niveau en Oss gaat invulling geven aan dit maatwerk voor haar eigen grondgebied en daarmee een doorvertaling maken van de landelijke maatlat naar een ‘Osse maatlat’.

Subsidie voor inwoners Voor inwoners zijn er subsidies vanuit het Waterschap Aa en Maas of Provincie Noord-Brabant om zelf de omgeving van het huis te vergroenen. Wanneer inwoners interesse hebben in vergroening dan is het handig om hen te wijzen op deze subsidiekansen.

Water en bodem sturend

In november 2022 heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de kamerbrief ‘over rol water en bodem bij ruimtelijke ordening’ naar de Tweede Kamer gestuurd. In de brief worden zeven uitgangspunten geformuleerd, en worden 33 structurerende keuzes gemaakt, verdeeld over de thema’s water (algemeen), bodem (algemeen), bebouwd gebied, laagveengebieden, verziltende kustgebieden en hoge zandgronden.

Onderstaand zijn de belangrijkste uitgangspunten voor de projecten vanuit ibor weergegeven:

  • Niet afwentelen: niet op toekomstige generaties, andere gebieden of functies en ook niet afwentelen van privaat naar publiek. Toename van verharding dient gecompenseerd te worden binnen het plangebied door middel van waterberging, zie 2.4 hemelwaterinfiltratie
  • Meer rekening houden met extremen: extreme weersituaties die nog niet eerder zijn voorgekomen zijn door het veranderende klimaat veel vanzelfsprekender geworden. Daar moeten we ons nog beter op voorbereiden. Bij ontwerpen dient rekening gehouden te worden met buien die in de toekomst gaan voorkomen.
  • In samenhang omgaan met wateroverlast, droogte en bodem: Nederland moet van een vergiet weer een spons worden. Niet meer zo snel mogelijk al het water afvoeren, maar het vasthouden en bergen. Dit biedt ook kansen voor de kwaliteit van water en bodem. Het is van belang dat de sponswerking van de bodem waar mogelijk wordt verbeterd. Dat helpt niet alleen met het infiltreren van water, maar ook voor het bodemleven en de biodiversiteit en bij het weerbaar zijn tijdens droogte.
  • Bodem minder afdekken, minder vergraven, niet verontreinigen: zo worden bodems beter bestand tegen verdroging, slaan ze CO2 beter op en helpen ze ook om stikstof vast te leggen. Voor ieder ontwerp geldt: alleen verharding aanleggen, die echt nodig/ functioneel is. Waar dat niet nodig is, is het beter om de bodem onbedekt te laten en bijvoorbeeld groen in te richten.